Nederlands: Mr.P. de Haan aanvaardde op 2 mei 1962 in het openbaar het ambt van gewoon hoogleraar in het burgerlijk en agrarisch recht, in de afdelingen der Algemene Wetenschappen en der Weg- en Waterbouwkunde, met een rede, getiteld ,,Kadaster en agrarisch recht".

Pieter de Haan werd op 4 november 1927 te Augustinusga geboren. Hij bezocht de Muloschool te Buitenpost en verwierf in 1943 het diploma mulo-A. Vervolgens behaalde hij in 1947 het einddiploma gymnasium-β aan het Gereformeerd Gymnasium te Leeuwarden. Daarna studeerde hij aan de rijksuniversiteit te Groningen en legde daar in 1955 cum laude het doctoraal examen in het Nederlands recht af.

In 1956 was hij eerst als adjunct-secretaris bij de hoofdafdeling Sociale Zaken van het Landbouwschap te 's-Gravenhage werkzaam, vervolgens tot 1960 als wetenschappelijk ambtenaar bij de afdeling Rechts- en Staatswetenschappen voor de Westerse gebieden aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. In 1960 werd hij aldaar benoemd tot wetenschappelijk ambtenaar 1e klasse.

Met ingang van 1 september 1961 werd hij tot buitengewoon hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft benoemd, zijn benoeming tot gewoon hoogleraar vond in 1962 plaats. Sedert 1959 was hij griffier van de Raad van Beroep voor de Herverkaveling Zeeland en tevens plaatsvervangend lid van die Raad. Hij nam deel aan het werk van enkele studiecommissies, terwijl hij voorts medewerking verleent aan enige tijdschriften. Door de Minister van Justitie werd hij belast met de bewerking van het pachtrecht voor het nieuwe Burgerlijk Wetboek.